Direct naar de content Direct naar de footer

Het verhaal van Sandra

Sandra Hofstee (72 jaar) was vijftig toen ze na een wintersportvakantie de diagnose Parkinson kreeg. Haar hele wereld stond op z’n kop. Zo jong en dan al Parkinson. Bij de pakken neerzitten deed Sandra niet. Ze was heel sportief en tenniste intensief zo lang dat nog mogelijk was. Nu dat niet meer goed kan houdt ze zich bezig met haar grote passie: schilderen. En speelt ze viool als ze zich goed voelt.

‘Tijdens een wintersportvakantie in 2000 merkte ik dat het niet goed ging. Ik kon het touw van de sleeplift ineens niet meer goed vasthouden. Eerst was nog niet duidelijk wat er precies aan de hand was. Maar in 2002 kreeg ik na verwijzing door de huisarts naar de neuroloog de diagnose Parkinson. Dat was een hele schok. En ik moest leren leven met het besef dat het leven niet meer zou zijn als ik gewend was.
Via de huisarts ben ik toen terecht gekomen bij Rijndam. Ik tenniste wel drie keer per week en vond het fijn en belangrijk om daar mee door te gaan. Mijn revalidatietraject bij Rijndam was daarom vooral gericht op bewegen bij sport en ik heb daar veel baat bij gehad.
Later heb ik bij tennisvereniging Holy in Vlaardingen aangepaste lessen gevolgd. Dat gebeurde in een groepje met mensen die allemaal in enigerlei mate beperkt waren in hun bewegingen. Door die lessen heb ik lange tijd nog ‘gewoon’ kunnen tennissen. Ik ben met tennissen gestopt nadat ik een paar keer was gevallen. Ik werd gewoon te instabiel. Toen ben ik gaan tafeltennissen. Dat doe ik nog steeds.

Kijk vooral naar wat je kunt en niet naar wat je niet meer kunt

https://www.rijndam.nl/assets/uploads/images/foto_rijndam_2.jpg

Ook speel ik, als dat mogelijk is, elke dag viool. Daarnaast heb ik tijdens mijn ziekte een passie voor schilderen gekregen. Ik schilder ontzettend graag en heb zelfs mijn eigen exposities. Ik vind het bijzonder dat mensen mijn schilderijen mooi vinden en genieten van mijn kunst. Dat brengt mij zoveel.
Inmiddels heb ik een tweede revalidatietraject bij Rijndam achter de rug. Dat was gericht op bewegen in het dagelijks leven. Ook hierin stonden mijn hulpvragen centraal. Zo heb ik geleerd om veiliger te kunnen fietsen en te lopen met een rollator. Beweging is zo belangrijk en helpt de ziekte af te remmen.

Hoe het verder zal gaan weet ik niet. Ik kijk niet te ver vooruit, maar pluk de dagen en geniet van het moment.’