Direct naar de content Direct naar de footer

Het verhaal van Jimmy

Op jonge leeftijd wordt duidelijk dat Jimmy op een aantal punten achterblijft. Het lukt hem niet om te rennen, fietsen of zijn veters te strikken net als leeftijdsgenootjes. Zijn lerares adviseert om naar een fysiotherapeut te gaan. Wanneer dit geen vooruitgang oplevert, verwijst de fysiotherapeut Jimmy naar Rijndam.

Gescreend op de focuspoli

Jimmy (9 jaar) vertelt: “Ik heb DCD, dat betekent dat schrijven en bewegen niet zo goed lukt. Hier ben ik mee geboren. We wisten het pas toen ik in groep vier zat en gescreend werd bij Rijndam op de Focuspoli. Screenen betekent dat ze naar me gingen kijken en allemaal testen gingen doen. Ik moest bijvoorbeeld spelletjes doen, puzzels maken, hinkelen, schrijven en kaarten in de goede volgorde leggen.”

"Als iets niet lukt, ga ik oefenen".

“Na de screening ben ik een jaar lang elke week naar Rijndam geweest voor therapie. Het voordeel was dat ik daardoor soms eerder van school weg moest. Hoewel ik ook een keer geschiedenis miste, terwijl ik dat juist wel leuk vind. Het nadeel is dat je allemaal opdrachten moet doen, die soms erg moeilijk zijn en niet zo fijn. Aan het eind van de screening deden we altijd een spelletje. Dat vond ik wel leuk.”

“Door Rijndam ben ik wel stukken beter geworden. Vroeger deed ik nooit aan voetbal mee. Ik was superslecht. Nu schiet ik de bal soms als ‘ie naar mij toe komt. Vandaag zei Brian uit mijn klas nog dat het steeds beter gaat. Dat is leuk! Ook fietsen gaat veel beter, maar ik vind het wel stom. Zit je op zo’n rekje met je voeten op trappers.”

“Ik kom niet meer bij Rijndam, maar als iets niet lukt, ga ik oefenen. Met opa heb ik veel geoefend met fietsen. En bij gym op school helpt de juf mij vaak.”

“Ik word heel erg gesteund door mijn klasgenootjes. Ik heb bijvoorbeeld pas in groep vijf mijn strikdiploma gehaald. Sommige vonden het goed van me, maar eentje zei ‘Nu pas?’, die heb ik lekker genegeerd.”

“Ik doe niet aan sport, maar wel aan theater en piano, omdat ik heel creatief ben. Misschien ga ik op waterpolo. Met de Koningsspelen zijn we tweede geworden en ik vond het erg leuk. Hoewel ik natuurlijk liever eerste was geworden.”