Direct naar de content Direct naar de footer

Tips kinderverzorging

Het grootbrengen van een kind is voor iedereen soms een uitdaging, maar helemaal als je te maken hebt met een beperking. Natuurlijk is iedere situatie anders, maar onderstaande tips kunnen je meestal helpen.

Scroll naar

    De belangrijkste voorwaarden zijn dat je, zo veel mogelijk, de tijd neemt om de handelingen te gaan uitvoeren. Denk, voordat je begint, goed na over de handeling. Hoe ga ik het doen en wat heb ik nodig? Een goede voorbereiding zorgt voor minder druk. Je bent dan rustiger waardoor je kindje ook rustiger blijft.

    Voorbereidende handelingen
    • Verzamel alle benodigde spullen en leg deze overzichtelijk neer voordat je begint.
    • Probeer diverse materialen (luiers, kleding, etc.) uit zodat je ervaart wat het makkelijkst werkt voor jou.
    • Ga spaarzaam om met energie. Zorg voor een plan en structuur en maak een zo efficiënt mogelijke indeling in verschillende ruimtes van je huis.
    Prioriteiten en grenzen

    Er zijn diverse manieren om je inspanning te verlagen. Het belangrijkste is om voor jezelf te beslissen welke taken je wilt en kunt uitvoeren. Welke kunnen er ook door anderen gedaan kunnen worden? Betrek hierbij ook familie, vrienden, oppas, crèche en hulp van instanties. Andere tips: 

    • Kom op voor jezelf en geef uitleg over de situatie. Anderen zijn niet op de hoogte of maken geen goede inschatting van je situatie. Daardoor kunnen misverstanden ontstaan.
    • Je werkende partner kan overwegen om in de eerste periode na de geboorte juist geen vrij te nemen. Vaak is er in die periode hulp genoeg en is ondersteuning na de kraamtijd meer gewenst en nodig.
    • Stel prioriteiten bij verschillende taken, maar bijvoorbeeld ook voor delen van een taak. Laat bijvoorbeeld degene die je helpt, activiteiten voorbereiden of spullen klaarleggen. Dan kun je zelf direct beginnen.
    • Leer je kind waar je grenzen van inspanning en belasting liggen. Ook door je kind zo snel mogelijk handelingen zelfstandig(er) te laten doen ontlast je jezelf.
    Veiligheid
    • Besteed extra aandacht aan een veilige inrichting van je huis. Je hoeft je dan minder zorgen te maken over bijvoorbeeld kastjes en lades die je kind opentrekt of vingers in stopcontacten.
    • Om ervoor te zorgen dat je altijd iemand kunt bereiken, is het verstandig om altijd een telefoon bij de hand te hebben. Er bestaan ook telefoons met noodknoppen, zodat je direct alarm kan slaan als zich een onverwachte, onveilige situatie voordoet
    • Als je snel afgeleid bent en de deurbel of de telefoon gaat, kun je deze het beste negeren. Als je iemand verwacht, zorg dan dat je eerst je kind in veiligheid brengt, voordat je opendoet.
    • Soms zijn er ook minder bekende mogelijkheden. Plaats bijvoorbeeld een traphekje in de deuropening van de (kinder)kamer. Hierdoor kun je je kindje makkelijker en veiliger even in de kamer laten, mocht dit nodig zijn.

    Voeden

    De keuze tussen borstvoeding en flesvoeding is altijd persoonlijk. Maar in jouw situatie kunnen er andere redenen meespelen, zoals:Borstvoeding scheelt werk zoals flesjes klaarmaken, schudden, vasthouden en reinigen.

    • Borstvoeding kan soms juist meer energie kosten.
    • Je moet medicijnen slikken die schadelijk zijn voor je kind.
    • Borstvoeding beïnvloedt de hormoonhuishouding. Als je lichamelijke klachten hebt die aan de borstvoeding gerelateerd zijn, overleg dan met de huisarts of gynaecoloog wat de beste strategie is. Het is niet altijd noodzakelijk om te stoppen.
    • Als je na een beroerte borstvoeding gaat geven kan dat aan de aangedane, verlamde zijde een pijnlijke reactie oproepen.

    Als je borstvoeding op bed wilt geven, kun je zelf op de zij gaan liggen met het babybuikje tegen jouw buik.
    Als je bij het voeden in een stoel zit, zorg er dan voor dat de armleuningen op de goede hoogte staan. Zet daarbij 1 voet op een verhoging, zodat de arm waarop de baby rust, steunt op het bovenbeen.
    Je kunt ook beide voeten op een verhoging of voetenbankje zetten, leg dan de baby op de bovenbenen met het hoofdje bij je knieën.
    Ter ondersteuning van je arm of van de baby bestaan er voedingskussens. Er zijn verschillende maten en diktes, let hierbij op je eigen lichaamslengte.
    Je kunt de baby ook in de Maxi-Cosi, kinderwagen of het wipstoeltje laten liggen of zitten.
    Leer je baby zo snel mogelijk zelf het flesje vast te houden (dit kan meestal vanaf ongeveer vijf maanden). Je hebt dan een hand vrij en belast je pols minder. Dit gaat het beste als de baby op de rug ligt en jij lichte, plastic flessen gebruikt. 
    Als de baby een boertje moet laten en jij kunt niet tillen, leg de baby dan over je bovenbeen. Jij zit in kleermakerszit, of hebt 1 been gebogen onder je geplaatst.
    Om tillen en te veel belasting van armen te voorkomen, plaats je als je baby nog klein is, de maxi-cosi op de tafel. Kies als je kind groter is voor een verrijdbare kinderstoel waarvan de zithoogte instelbaar is.
    Door zelf plaats te nemen op een bureaustoel i.p.v. een eetkamerstoel, ben je veel wendbaarder. Zo draai je makkelijker naar je kind toe bij het geven van een hapje.

    Op een White Board kunt je diverse dingen opschrijven. Denk aan een voedingsschema met tijden, de benodigde verhoudingen bij flesvoeding en wat niet gegeten mag worden. Een weekplanning is ook een mogelijkheid.

    Als je moeite heeft met het onthouden van tijden, zet je bijvoorbeeld een wekker of stel je je een horloge met alarmfunctie in. Je kunt ook een herinnering in je mobiele telefoon programmeren.

    Bereiding fles
    • Bij het aanschaffen van flessen en bekers is het belangrijk om te letten op het gemak waarmee ze sluiten of openen.
    • Als je moeite hebt met het schudden van de fles, wikkel deze dan in een handdoek en rol hem heen en weer.
    • Voor het gemak kun je ook meerdere flesjes tegelijk klaar (laten) maken. Bijvoorbeeld voor 24 uur. 
    • Als je moeite hebt met lezen en tellen, kun je vooraf in containers (zit vaak in een geboortepakket) de hoeveelheid poeder afmeten. Op de fles zet je strepen voor de hoeveelheid water die je moet toevoegen.
    • Bij flessen met een knik of kromming is er minder belasting van de pols bij het voeden.
    • Als u een langere of grotere fles gebruikt, heb je meer grip en hoef je minder ver te reiken. Dit is ook een optie bij kleinere hoeveelheden.
    • Om ervoor te zorgen dat jij of de baby geen fles hoeft vast te houden kun je de Podee aanschaffen. Dit is een verlengstuk tussen de fles en de speen. Dit biedt de mogelijkheid om de fles tijdens het voeden neer te zetten of met klittenband vast te maken waar je maar wilt.
    Vaste voeding

    Maak het jezelf makkelijker door het brood niet te snijden maar dubbel te klappen en je kind zelf stukken te laten afhappen.
    Bij het zelf maken van verse hapjes kun je ervoor kiezen meer porties tegelijk klaar te maken en in te vriezen.

    Middelen

    Voorbeelden hoe je je kind kunt ondersteunen bij het voeden.

    Voorbeelden van ondersteunende middelen bij het voeden.

    Baden en verzorgen

    • Probeer verschillende grepen of technieken om je kind vast te houden uit. Kijk welke voor jou het stevigst of het minst belastend is.
    • Het badje staat op een goede hoogte wanneer de bodem op ongeveer 10-15 cm onder de elleboog is.
    • Om je rug of benen te ontlasten kun je zorgen voor een zitmogelijkheid bij het bad, met een krukje of een opstapje. Blijf hierbij wel op de juiste werkhoogte letten.
    • Er zijn diverse werkbladen te verkrijgen, waarin een badje of wastafel is ingebouwd. Hier kun je met een (rol)stoel onder rijden of schuiven. Dit kun je ook zelf proberen te maken. Ook kun je het badje op een (douche)stoel zetten.
    • Als je het durft, kun je ook zelf met je kind op schoot zittend gaan douchen.
    • Om er voor te zorgen dat je je hand(en) vrij hebt of dat deze minder belast worden kun je een hulpmiddel gebruiken waar je kind op ligt of in zit.
    • Als het wassen van de rug en billen in bad moeilijk is, kunt u dit ook op het aankleedkussen doen. Je rolt je kind dan op de zij.
    • Door een mandje met benodigde spullen aan het bad(je) of aan de muur te hangen, kun je hier gemakkelijk bij en grijp je nooit mis.
    • Als je een schort met grote zakken draagt, kunt je daar de spullen indoen. Zodoende heb je alles bij de hand.
    • Een washand aantrekken gaat makkelijker als je deze met het lusje aan een haakje hangt. Je kunt dan direct je hand erin steken.
    • Als je klaar bent met het badje, kun je dit laten staan tot er iemand komt die het voor je leegt. Of schaf een badje aan met een afvoer.
    • Houd het water ondiep.
    • Gebruik tijdens het baden niet veel zeep. Hierdoor wordt je kind minder glad.
    • Door handdoeken of een antislipmatje op de bodem van het kinderbadje te leggen wordt het stroever.
    • Als je eerst het water weg laat lopen en dan je kind in bad afdroogt, hoef je je kind niet nat naar de commode te tillen.
    • Door altijd 1 handdoek op schoot te houden en 1 in de buurt om continu de handen te drogen, houd je jezelf droog en kun je ingrijpen met droge handen. Als je in een rolstoel zit heb je droge handen nodig om je rolstoel te manoeuvreren.
    • Leg een grote handdoek klaar. Sla deze over je schouder of maak er een lus aan. Hang deze om je nek als een schort. Wanneer je je kind uit bad haalt, houd je het direct tegen het lichaam en sla je (eventueel zittend) de handdoek om hem of haar heen.
    • Je kunt het badje tegen de commode zetten, op deze manier kunt je je kind na afloop direct op de commode leggen om af te drogen. De wasbak is hier ook geschikt voor: leg van tevoren een handdoek klaar en wikkel je kind erin.
    • Wanneer je kind groter is, kan het op een opstapje, de WC of de wasmachine staan. Zodoende hoef je niet te bukken om af te drogen. Hierbij kun je een antislipmat gebruiken, zodat je kind niet uitglijdt.
    • Het knippen van de nagels kun je doen als je kind slaapt.
    • Het wassen van de haren kun je met behulp van een shampoopet doen.

    Kleden en verschonen

    Bij het aanschaffen van de commode moet u goed op de juiste hoogte letten: bovenkant 7 – 10 cm onder de elleboog, gemeten bij schouders laag en arm in een hoek van 90 º. Houdt er rekening mee dat op het blad nog een aankleedkussen en de baby komt. De eerste tijd kunt u een stuk schuimrubber onder het kussen leggen om op te hogen. Dit haalt u weg als uw kind groter wordt.

    Als u de handelingen staand uitvoert, is dit minder inspannend als u zo dicht mogelijk bij uw kind staat.

    In plaats van staand kunt u de handelingen ook zittend bij de (onderrijdbare) commode of het werkblad uitvoeren. Andere mogelijkheden zijn: zittend op bed of bank, op de grond of op schoot in plaats van op de commode.

    Het draaien van uw rug voorkomt u door het aankleedkussen recht voor u te leggen in plaats van dwars.

    Om het aan- en uittrekken van kleding makkelijker te maken zijn er diverse mogelijkheden:

    Begin bij een arm, rol uw kindje op de zij, trek het shirt zo ver mogelijk omhoog, haal het shirt over het hoofdje en trek het vervolgens van de andere arm af.

    Door uw kind afwisselend op rug, zij en buik te draaien, is het makkelijker om kleding  omhoog of omlaag te brengen.

    Let ook op uw positie ten opzichte van uw kind, zodat u aan de broek kan trekken i.p.v. deze naar beneden te duwen.

    Bij de aankoop van kleding is het belangrijk dat u hanteerbare sluitingen kiest. Vooral drukknoopjes zijn erg moeilijk. Kies voor gemak!

    Daarnaast kunt u ook lastige sluitingen (laten) vervangen. Bijvoorbeeld door klittenband, lusjes met klittenband of zelfs (witte) pleisters of afplakband/tape.

    Luier verschonen

    Probeer verschillende luiers uit om te kijken welke het beste voor u werkt, vooral de meer bekende merken hebben makkelijkere sluitingen. Ook als de luiers iets ruimer zijn, vergemakkelijkt dit het aandoen.

    Bereid het goed voor, leg bijvoorbeeld de luier al geopend klaar, waarbij u eventueel de doekjes alvast uit de verpakking haalt om schoon te maken.

    Als tillen lastig is, kan u de baby van de vieze naar de schone luier rollen. Hiervoor is een groter werkblad nodig en kan het aankleedkussen beter weggelaten worden.

    Ook om de billetjes schoon te maken, kunt u de baby op de zij rollen i.p.v. de beentjes omhoog te houden.

    Toilet

    Plaats een opstapje (met antislip bovenop) voor het toilet zodat uw kind er zelf op kan klimmen. Leg onder het opstapje ook een antislipmatje.

    Maak gebruik van een wc-verkleiner  zodat uw kind niet vastgehouden hoeft te worden.

    U kunt een toilettrainer aanschaffen: dit bevat een opstapje en wc-brilverkleiner.

    Wanneer uw kind klaar is, laat het dan op het opstapje staan om de billen af te vegen.

    Bijlage: kleding en verschonen

    Leg alles van te voren klaar om energie te sparen en te voorkomen dat u de baby alleen moet laten.

    Om onnodig tillen van uw kind te voorkomen, kunt u in de woonkamer/op de begane grond een plek creëren, waar u uw kind kunt aankleden. Bijvoorbeeld op de eettafel. Dan kunt u er ook makkelijk bij gaan zitten of er met de rolstoel onder rijden.

    In plaats van een rompertje kunt u ook een los hemd en onderbroek gebruiken. Dit scheelt veel bij het dichtdoen van de drukknoopjes aan de onderzijde.

    Voor buiten kunt u een warm slaapzakje gebruiken in plaats van bijvoorbeeld een jasje; er zijn ook slaapzakjes met een opening voor de gordel van het autozitje.

    Luiers en toiletgang

    • Probeer verschillende luiers uit om te kijken welke het beste voor u werkt, vooral de meer bekende merken hebben makkelijkere sluitingen. Ook als de luiers iets ruimer zijn, vergemakkelijkt dit het aandoen.
    • Bereid het goed voor, leg bijvoorbeeld de luier al geopend klaar, waarbij u eventueel de doekjes alvast uit de verpakking haalt om schoon te maken.
    • Als tillen lastig is, kan u de baby van de vieze naar de schone luier rollen. Hiervoor is een groter werkblad nodig en kan het aankleedkussen beter weggelaten worden.
    • Ook om de billetjes schoon te maken, kunt u de baby op de zij rollen i.p.v. de beentjes omhoog te houden.
    • Plaats een opstapje (met antislip bovenop) voor het toilet zodat uw kind er zelf op kan klimmen. Leg onder het opstapje ook een antislipmatje.
    • Maak gebruik van een wc-verkleiner  zodat uw kind niet vastgehouden hoeft te worden.
    • U kunt een toilettrainer aanschaffen: dit bevat een opstapje en wc-brilverkleiner.
    • Wanneer uw kind klaar is, laat het dan op het opstapje staan om de billen af te vegen.

    Slapen

    Door voor verschillende slaapmogelijkheden in huis te zorgen, hoeft u minder te tillen en verplaatsen

    Bij de aanschaf van een bed is het belangrijk om op het een en ander te letten. Vooral de hoogte en de mogelijkheden om uw kind eruit te tillen. Niet (veel) te hoeven bukken is van belang.

    Het is belangrijk dat er structuur en routine ontstaat in de slaaptijden van uw kind.  Ook  de dingen die u doet voordat uw baby of kind gaat slapen zijn belangrijk. Dit zorgt voor rust en u weet allebei wat er moet en gaat gebeuren.

    Neem zelf ook de nodige rust, vooral als uw kind slaapt.

    Er bestaan wiegjes op wieltjes, het voordeel is dat u deze kunt verplaatsen zonder te tillen.

    Ook bestaat er een wiegje dat u aan de muur kunt hangen.

    Bedjes kunt u op hoge poten of klossen plaatsen, zodat u minder ver hoeft te bukken. Het is handig als u eronder kunt rijden met uw rolstoel.

    Er zijn diverse aangepaste kinderbedjes, die al op de markt zijn of die bedrijven zelf ontwerpen.

    Sommige bedjes zijn lager, waardoor uw kind er zelf in en uit kruipt.

    Er bestaan ook in hoogte verstelbare bedden, waarbij de zijkant tevens weg te klappen is.

    Bij de aanschaf van een slaapzakje kunt u op diverse dingen letten. Vooral de hanteerbaarheid van de rits is van belang. Daarnaast bestaan er slaapzakjes met autogordeluitsparing, zodat uw kind ook in de auto erin kan blijven.

    Overige

    In plaats van een gewone babyfoon kunt u er een nemen met een beeldscherm. Zo kunt u ook zien hoe het met uw baby gaat. Dit geeft een extra zeker gevoel en het voorkomt dat u onnodig heen en weer naar de slaapkamer gaat.

    Spelen

    In de eerste periode ligt en speelt je baby vooral in de box. Bij de aanschaf van de box is het belangrijk om te kijken naar de hoogte en de mogelijkheden om deze in te stellen. Er zijn boxen met een deurtje. Je kunt je kind dan van lage hoogte tillen in plaats van over het hek heen. Ook zijn er boxen met een trapje. Je kind klimt er dan zelf in en uit. Tot slot  bestaan er grondboxen. Hierin speelt je kind zonder dat je bang hoeft te zijn dat het ergens heen kruipt.

    Door op een aantal dingen te letten, zorg je ervoor dat de kinderen zelfstandiger spelen. Je bent zodoende niet voortdurend bezig met opletten en corrigeren.

    • Stel speeltuinregels op. Bijvoorbeeld: je kind wordt maximaal 3 maal per dag getild. Of: alleen als je kind zelf kan klimmen mag het van de glijbaan of op een fietsdraaimolen.
    • Let op de hoogte van schommels. Een lagere schommel kan een kleiner kind sneller zelfstandig gebruiken.
    • Er bestaan speelbakken op hoogte, zo kun je  er met de rolstoel komen en erbij gaan zitten.
    • Speel met je kind op de bank of op iets anders waar je op zit.
    • Laat de baby op de grond spelen. Je kunt er bij blijven door een (laag) krukje, evt. met wieltjes te gebruiken. Een andere mogelijkheid is om op de grond te gaan zitten met een (voedings)kussen in je rug.
    • Door een traphekje in de deuropening van de (kinder)kamer te plaatsen, is het veiliger om je kind even alleen in de kamer te laten spelen.

    Verplaatsen

    Zeker als je kind groter groeit, zal het verplaatsen steeds belastender zijn. Toch is het belangrijk om die belasting en inspanning zo laag mogelijk te houden. Zodra je kind op handen en voeten gaat kruipen, kan je hem gaan stimuleren om zelf steeds meer te doen. Bijvoorbeeld door in een (aangepast) bedje te laten kruipen, tegen je benen of in de box tot stand te laten komen of door een trapje of opstapje te gebruiken

    Houding
    • Vóór het tillen is het verstandig dat je nadenkt of je dit kan voorkomen of de afstand kan beperken. Je kunt namelijk ook rijden, schuiven of rollen. Of de ruimte zo efficiënt mogelijk in te richten, waardoor plekken waar je kind heen moet, zo dicht mogelijk bij elkaar zijn.
    • Als u maar één hand kunt gebruiken, probeer je kind dan op te tillen aan het slaapzakje, een trappelzak of een tuinbroekje.
    Vanuit een liggende positie

    Er zijn diverse mogelijkheden om je kind vanuit ligstand op te tillen.

    • Eén is je kind op de rug te leggen. Steek je arm en hand tussen de beentjes door, achter de rug langs, naar de nek en til het dan op.
    • Een andere mogelijkheid is je kind op de buik te leggen. Door je armen onder de oksels van je kind om de borst te leggen, kun je het optillen.
    • Schuif of rol je kind op een doek en til vervolgens de doek op aan de vier punten.
    • Vooral bij verminderde mobiliteit of kracht in de pols is deze methode ontlastend: schuif je onderarm onder de billetjes, tot aan de elleboog. Ondersteun vervolgens met de andere arm ook het ruggetje. Je kunt ‘zit’ nu op de onderarm.
    • Als je kind in bed ligt en de zijkant van het bed is niet weg te klappen, leg dan een kussen tegen de zijkant. Vervolgens schuif je je kind ertegenaan en tilt het op.
    Uit de kinderstoel tillen
    • Door achter de kinderstoel te staan kunt je je kind dichtbij je lichaam optillen. Is de stoel of rugleuning te hoog, dan kun je er beter schuin achter gaan staan.
    • Bij het uitkiezen van een kinderstoel is het belangrijk dat het eetplankje en de beugel weg te klappen, te draaien of uit te schuiven zijn. Hiermee vergroot je de ruimte en kun je makkelijker tillen.

    Om het dragen van je kind zoveel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk om naar andere technieken te kijken. Door te schuiven, rollen en rijden verminder je de belasting.

    Bij het rijdend verplaatsen kunt je denken aan een trippelstoel. Hierbij knoop je je een doek om je middel waarin je je kind draagt. Je kunt ook je kind vervoeren met de kinderwagen, meubels op wieltjes of iets bevestigen op je rollator.  Voor op de rolstoel bestaat er een bevestigingsmechanisme waarmee je de maxi- cosi vastzet.

    Er zijn diverse mogelijkheden om je kind te dragen: draagdoeken, draagzakken, rugdragers en draagzitjes (om je kind op de heup te dragen). Hierbij is het belangrijk om goed op de belasting van gevoelige gewrichten te letten en uit te proberen wat voor jou het meest comfortabel is. Tevens is het belangrijk om op de ergonomische houding van je kind hierbij te letten.

    Het is belangrijk om goed naar een efficiënte indeling van ruimtes te kijken. Richt je huis zodanig in, dat je zo min mogelijk heen en weer hoeft te lopen of rijden. Let bijvoorbeeld op hoe de meubeltjes in de babykamer staan. Hoe staat de box ten opzichte van de bank of stoel waar je je kind voedt. Zijn er ook verschoonspulletjes in de woonkamer aanwezig?

    Het dragen van je kind op de trap geeft meer moeilijkheden dan het dragen op dezelfde verdieping. Enkele mogelijkheden om dit te vergemakkelijken:

    Als je in het bezit bent van een traplift, kunt je je kind daarop meenemen. Let hierbij wel op dat je kind aan je middel vastgebonden zit, zodat het niet kan wegglijden of vallen.

    Je kunt zittend de trap op en af gaan met de baby op schoot. Zorg hierbij dat je kind vast zit. Gebruik een draagdoek, draagzak, sjaal of lange doek die je om de taille wikkelt.

    Als je het eng vindt om vooruit de trap af te gaan, kunt je deze ook achterstevoren nemen. Hierdoor hoef je de diepte niet in te kijken en ben je minder bang om voorover te vallen.

    Probeer zo snel mogelijk je kind zelfstandig de trap op te laten kruipen. Je kunt dit het kind leren door een speeltje steeds een trede hoger te plaatsen.

    Bij het verplaatsen buitenshuis zijn er diverse beperkingen die je tegen kunt komen. Hierbij kan het gaan om de keuze van geschikte kinderwagen of autostoel, maar ook wat handig is als je in een rolstoel zit of gebruik maakt van een scootmobiel.

    Adviezen bij de aanschaf van een kinderwagen
    • De duwstang moet op een goede hoogte zijn (10 cm onder de elleboog). Er bestaan modellen waarbij de stang in hoogte verstelbaar is.
    • De hoogte van de wieg is belangrijk, vooral bij het in- en uittillen van je kind.
    • Omdat je de kinderwagen goed op de rem moet zetten, is het van belang om diverse types uit te proberen. Bij verminderde handfunctie is bijv. een voetrem handig.
    • Test het gewicht van de kinderwagen om te kijken of je hem kunt tillen. Dan kun je de kinderwagen zelf bijvoorbeeld in de auto zetten.
    • Het is handig als de kinderwagen aan de voorkant zwenkwiel(en) heeft. Let tevens op de souplesse waarmee de wagen rijdt, stuurt en draait.
    Voortduwen
    • Als het duwen voor de polsen een te grote belasting is, kun je je hand recht houden (neutrale polsstand) en laten rusten op de duwstang.
    • Duw, ter afwisseling, de kinderwagen met de buik vooruit.
    • Laat verticale handvatten bevestigen, bijv. bij een fietsenmaker.
    • Een wandelwagen of buggy (evt. met horizontale duwstang bij eenhandigheid) kan dienst doen als een soort rollator, afhankelijk van de mate waarop je steun neemt. Daardoor hoef je geen extra loophulpmiddel te gebruiken.
    Buitenshuis – Autostoel
    • Bij de aanschaf van een autostoeltje is het verstandig om op de hanteerbaarheid te letten. Het gewicht en de breedte van de stoel zijn bepalend. Hierbij geldt: hoe smaller de stoel, hoe dichter het gewicht tegen uw lichaam komt bij het tillen naar de auto. Ook is het gebruiksgemak van belang. Zijn de gordels eenvoudig dicht en los te maken? Is je kind makkelijk uit de gordels te halen? Schaf bijvoorbeeld een draaibaar zitje aan, zodat je er niet overheen hoeft te buigen.
    • Let bij de aanschaf ook op de hoogte van de zijkanten van het stoeltje. Hoe lager, hoe minder hoog je je kind hoeft te tillen om het eruit te halen.
    • Door je kindje zo snel mogelijk te leren zelf in en uit de auto te klimmen, voorkom je dat je hoeft te tillen. Een opstapje bij de auto maakt het makkelijker voor je kind.
    • Let op het bedieningsmechanisme waarmee je het stoeltje in de slaapstand zet. Vooral als je kind zwaarder wordt en in de stoel zit, is het belangrijk dat je het mechanisme nog steeds kunt bedienen.
    Rolstoel/scootmobiel

    Als je in een rolstoel zit of gebruik maakt van een scootmobiel zijn diverse aanpassingen mogelijk om toch je kind mee te nemen. Deze oplossingen zijn over het algemeen maatwerk, waardoor er niet altijd concrete leveranciers genoemd kunnen worden.

    Rolstoel

    • Draagsysteem voor de maxi-cosi voor rolstoel:
    • Connectkid van Roam (koppelstuk tussen de benen door)
    • Maatwerk: Draagbeugelsysteem (koppelstuk zijwaarts wegdraaibaar)
    • B & S revalidatietechniek heeft een ‘bevestigingsmechanisme’ ontwikkeld om een ‘Kiddy-board’ achter een rolstoel te kunnen plaatsen. Aangezien niemand ogen in de rug heeft, is dit handig als iemand de rolstoel duwt. Dit is ook prettig als het kind iets ouder is en goed kan blijven staan.
    • Systemen met aankoppelingsmogelijkheid voor van een extra wiel (uitwisselbaar met handbike):
    • Freewheeler Add van TNS

    Scootmobiel

    • Scootmobiel met kinderstoeltje
    • Mini Crosser van RVS: kinderzitje achterop

    Kinderzitje achterop

    Maatwerk: een fietskar die u achter uw scootmobiel bevestigt.

    Overige hulpmiddelen

    • Afhankelijk van de afstand die u moet overbruggen, zijn er diverse mogelijkheden voor het verplaatsen van jezelf en je kind buitenshuis.
    • Lopend / in de rolstoel
    • Met een draagzak of een maxi-cosi in een draagband neemt je je kind mee en heb je toch de beide handen vrij. (zie verplaatsen binnenshuis)
    • Je kind loopt, maar jij bent niet in staat om het handje vast te houden. Of je kind trekt te veel. Op zo’n moment kunt je een tuigje aan je broeksriem vastmaken. Eventueel bevestig je aan het tuigje een (honden)riem, die automatisch in- en uitrolt.

    Op de fiets

    • Als je je kind mee wil nemen op de fiets, monteer je een fietsstoeltje. Bij voorkeur achterop de fiets. Als je moeite hebt met tillen en tegelijkertijd de fiets vasthouden, kun je het stoeltje dwars monteren, zodanig dat je de fiets tegen de muur aan kunt zetten. Stimuleer je kind zoveel mogelijk om er zelf in te klimmen, bijvoorbeeld met behulp van een krukje of bankje.
    • Let bij de aanschaf van een stoeltje op de rug- en armleuningen. Door te kiezen voor een hoge rugleuning kan je kind al vrij jong achterop zitten. Lage(re) armleuningen zorgen ervoor dat je je kind minder hoog hoeft op te tillen.
    • Als je niet kunt fietsen op een gewone fiets zijn er diverse alternatieven. Zo zijn er fietsen met een verlaagde instap, fietsen met trapondersteuning (ook wel de elektrische fiets), driewielerfietsen en bakfietsen. Het voordeel van een bakfiets is dat je grote dingen kunt meenemen, zoals de maxi-cosi en er is ruimte voor bagage. Voor mogelijke vergoedingen kun je contact opnemen met de WMO-consulent in je gemeente.