Direct naar de content Direct naar de footer

Poepen en plassen

Zindelijk worden verloopt voor ieder kind verschillend. Het ene kind wordt snel zindelijk en het andere doet er wat langer over. Elk kind is anders en doet het op zijn eigen manier. 

Scroll naar

    Zindelijk worden is niet vanzelfsprekend voor kinderen met een (lichamelijke) beperking. Wanneer het zindelijk worden niet vanzelf gaat, brengt dit bij kinderen en ouders veel spanning met zich mee. Hierbij is vaak extra ondersteuning en begeleiding nodig van het kind en de ouders. Ook bij kinderen die wel zindelijk zijn, kunnen er regelmatig problemen zijn met plassen, verstopping en/of verlies van ontlasting. 

    We bieden een aantal behandelmogelijkheden. Deze worden altijd voorafgegaan door een screening. Als uit de screening blijkt dat we goed kunnen inspelen op jullie vragen en problemen, dan gaan we aan de slag met je kind en met jullie bij de Hipper-poli. 

    De HIPPER-poli

    HIPPER staat voor Hulp bij Ingewikkelde Poep- en Plasproblemen, Expertiseteam Rijndam. Het team bekijkt waar de problemen vandaan komen en adviseert jullie over de mogelijkheden en aanpak. De meerwaarde van het team is, dat er door verschillende therapeuten wordt gekeken naar je kind. Het HIPPER-team bestaat uit een revalidatiearts, continentieverpleegkundige, kinderbekkenfysiotherapeut, ergotherapeut, pyscholoog/orthopedagoog en een diëtist.  

    Voor wie is het?

    Het HIPPER-team ziet kinderen vanaf 2 jaar met een (lichamelijke) beperking, als er problemen zijn bij het plassen en poepen. Deze problemen kunnen zijn:

    • plasongelukjes overdag
    • bedplassen
    • blaasontstekingen
    • erg vaak moeten plassen
    • poepongelukjes overdag
    • angst om te plassen of te poepen
    • verstopping (obstipatie)
    • diarree
    • buikpijn, verminderde eetlust, lusteloosheid

    Bij kinderen is het van belang om op het goede moment te ondersteunen bij problemen met zindelijk worden. Te vroeg behandelen kan frustrerend zijn voor je kind en voor jezelf. 

    Behandeling bij Rijndam

    Tijdens een consult met de revalidatiearts wordt bekeken of je kind baat heeft bij een screening. Dit doen we op basis van jullie hulpvragen. 

    Als de revalidatiearts beoordeelt dat de HIPPER-poli je kind kan helpen, wordt je kind aangemeld voor een screening. Voorafgaand aan de screening ontvang je een vragenlijst en twee dagboeken. De ingevulde gegevens geven het team meer informatie over het probleem. Doel van de screening is het in kaart brengen van de problemen omtrent poepen en plassen.
    Tijdens de screening wordt onderzocht of  we aan de slag kunnen met de problemen en of er een doorverwijzing nodig is voor verder onderzoek bij de kinderuroloog, kinderarts of maag-, darm-, leverarts.
    De screening wordt gedaan door de kinderfysiotherapeut met bekkenspecialisatie en de continentieverpleegkundige of psycholoog. Dit verschilt per screening. Ook vindt er onderzoek plaats door de kinderfysiotherapeut met bekkenspecialisatie. In totaal duurt de screening een uur.

    De uitkomsten van de screening worden ongeveer twee weken na de screening tijdens een gesprek toegelicht.

    Er zijn drie mogelijkheden na de screening:

    1. Je kind wordt na de screening doorverwezen. 
    Wanneer blijkt dat er verder onderzoek nodig is om de oorzaak van de problemen te verduidelijken, dan kan je doorverwezen worden naar een kinderuroloog, kinderarts of maag-/darmarts.

    2. Het HIPPER-team adviseert jullie in een kort vervolgtraject.
    Bij een vervolgbehandeling worden jij en je kind op basis van de uitkomsten van de screening begeleid door onze continentieverpleegkundige, psycholoog, ergotherapeut en/of kinderfysiotherapeut met bekkenspecialisatie. Dit korte traject bestaat uit een aantal gesprekken met jou en waar nodig school.

    3. Het HIPPER-team start een behandeltraject.
    Bij een vervolgbehandeling kunnen je kind en jij begeleid worden door de continentieverpleegkundige, psycholoog en/of kinderfysiotherapeut met bekkenspecialisatie. Het behandeltraject is gericht op het coachen van jou en je omgeving en het behandelen van je kind. Als door het HIPPER-team het onderzoek is afgerond, dan ontvangt, na jouw toestemming, de verwijzer het verslag.

    Samen met jou, je kind en het HIPPER team wordt nagegaan welke hulpmiddelen, ondersteuning, oefeningen en technieken je kind kunnen helpen. Dit met als doel de poep- en plasproblemen te verminderen, of te verhelpen waar mogelijk.
    Bij het behandeltraject hebben jullie een vaste casemanager. Afhankelijk van de leidende klachten kunnen dit een continentieverpleegkundige, kinderfysiotherapeut met bekkenspecialisatie en ergotherapeut zijn. Soms wordt er ook een orthopedagoog/psycholoog betrokken.

    In de meeste gevallen wordt gestart met wekelijkse behandeling. Na enige tijd wordt dit afgebouwd naar een keer in de twee à drie weken. Je wordt intensief betrokken bij de behandeling, zowel tijdens de behandeling als tussen de behandelingen door, aan de hand van oudergesprekken. Een behandeltraject kost tijd voor jou en je kind. Ook wordt verwacht dat je thuis met je kind aan de slag gaat met de oefeningen en het bijhouden van een dagboek.

    Als afsluiting van het traject ontvangt je een eindverslag. Dit is een samenvatting van de behandelingen en hoe het traject verlopen is.

    Het adviestraject is gericht op het adviseren van jou als ouder en waar nodig school. Je kind wordt in dit traject niet behandeld. In verschillende gesprekken krijg je informatie en adviezen over het verder oefenen en omgaan met de problemen in de dagelijkse praktijk.

    Als afsluiting van het traject ontvang je een eindverslag. Dit is een samenvatting van de bijeenkomsten; jullie advies op maat.

    Na drie tot zes maanden is er een telefonische evaluatie. Tijdens dit gesprek bekijkt de casemanager samen met jou hoe het gaat. Wanneer blijkt dat een vervolgafspraak zinvol is, wordt deze gepland.

    Het team

    Het team bestaat uit een revalidatiearts, psycholoog/orthopedagoog, ergotherapeut, kinderfysiotherapeut met bekkenspecialisatie en een continentieverpleegkundige. De revalidatiearts is de eindverantwoordelijk voor dit team. Afhankelijk van de problematiek wordt bepaald welke therapeuten betrokken worden bij het eventuele behandeltraject van je kind.

    Doordat het team uit diverse professionals bestaat, worden de problemen van je kind in één keer bekeken en krijg je een integraal advies. De polikliniek werkt daarnaast nauw samen met een diëtist en verschillende kinderartsen.